Verbinden — Nederlandse Spaans vertaling63 vertalingen gevonden

verbinden (n) (n) (combinatie) unión (f) (n) (combinatie)
verbinden (n) (n) (combinatie) composición (f) (n) (combinatie)
verbinden (n) (n) (combinatie) conjunción (f) (n) (combinatie)
verbinden (n) (n) (combinatie) combinación (f) (n) (combinatie)
verbinden (n) (n) (geneeskunde) vendaje (m) (n) (geneeskunde)
verbinden (n) (n) (combinatie) mezcla (f) (n) (combinatie)
verbinden (n) (v) (Verband) asociar (v) (Verband)
verbinden (n) (v) (Idee) poner con (v) (Idee)
verbinden (n) (v) (plaats) conectar (v) (plaats)
verbinden (n) (v) (telefoon) ligar (v) (telefoon)
verbinden (n) (v) (Idee) juntar (v) (Idee)
verbinden (n) (v) (Verband) vendar (v) (Verband)
verbinden (n) (v) (Familie) enlazar (v) (Familie)
verbinden (n) (v) (telefoon) unir (v) (telefoon)
verbinden (n) (v) (sanitair) asociar (v) (sanitair)
verbinden (n) (v) (belofte) ligar (v) (belofte)
verbinden (n) (v) (telefoon) poner con (v) (telefoon)
verbinden (n) (v) (plaats) ligar (v) (plaats)
verbinden (n) (v) (sanitair) juntar (v) (sanitair)
verbinden (n) (v) (geneeskunde) vendar (v) (geneeskunde)
verbinden (n) (v) (Idee) enlazar (v) (Idee)
verbinden (n) (v) (Idee) asociar (v) (Idee)
verbinden (n) (v) (plaats) unir (v) (plaats)
verbinden (n) (v) (Familie) poner con (v) (Familie)
verbinden (n) (v) (Familie) conectar (v) (Familie)
verbinden (n) (v) (Verband) ligar (v) (Verband)
verbinden (n) (v) (telefoon) juntar (v) (telefoon)
verbinden (n) (v) (Familie) vendar (v) (Familie)
verbinden (n) (v) (sanitair) enlazar (v) (sanitair)
verbinden (n) (v) (telefoon) asociar (v) (telefoon)
verbinden (n) (v) (sanitair) ligar (v) (sanitair)
verbinden (n) (v) (plaats) poner con (v) (plaats)
verbinden (n) (v) (geneeskunde) conectar (v) (geneeskunde)
verbinden (n) (v) (geneeskunde) ligar (v) (geneeskunde)
verbinden (n) (v) (plaats) juntar (v) (plaats)
verbinden (n) (v) (Idee) vendar (v) (Idee)
verbinden (n) (v) (plaats) enlazar (v) (plaats)
verbinden (n) (v) (plaats) asociar (v) (plaats)
verbinden (n) (v) (Idee) unir (v) (Idee)
verbinden (n) (v) (sanitair) poner con (v) (sanitair)
verbinden (n) (v) (Verband) conectar (v) (Verband)
verbinden (n) (v) (Familie) ligar (v) (Familie)
verbinden (n) (v) (Verband) juntar (v) (Verband)
verbinden (n) (v) (Verband) unir (v) (Verband)
verbinden (n) (v) (Verband) enlazar (v) (Verband)
verbinden (n) (v) (geneeskunde) asociar (v) (geneeskunde)
verbinden (n) (v) (sanitair) vendar (v) (sanitair)
verbinden (n) (v) (Familie) asociar (v) (Familie)
verbinden (n) (v) (geneeskunde) unir (v) (geneeskunde)
verbinden (n) (v) (geneeskunde) poner con (v) (geneeskunde)
verbinden (n) (v) (Idee) conectar (v) (Idee)
verbinden (n) (v) (Idee) ligar (v) (Idee)
verbinden (n) (v) (geneeskunde) juntar (v) (geneeskunde)
verbinden (n) (v) (telefoon) vendar (v) (telefoon)
verbinden (n) (v) (telefoon) enlazar (v) (telefoon)
verbinden (n) (v) (sanitair) conectar (v) (sanitair)
verbinden (n) (v) (Familie) unir (v) (Familie)
verbinden (n) (v) (Verband) poner con (v) (Verband)
verbinden (n) (v) (telefoon) conectar (v) (telefoon)
verbinden (n) (v) (Familie) juntar (v) (Familie)
verbinden (n) (v) (sanitair) unir (v) (sanitair)
verbinden (n) (v) (geneeskunde) enlazar (v) (geneeskunde)
verbinden (n) (v) (plaats) vendar (v) (plaats)
Verbinden Voorbeelden3 voorbeelden gevonden
in de echt verbinden unir en matrimonio
in de echt verbinden casar
stevig verbinden vendar firmemente
Vertalen Verbinden in andere talen
Vertalen verbinden in Engels
Vertalen verbinden in Duits
Vertalen verbinden in Frans
Vertalen verbinden in Italiaans
Vertalen verbinden in Portugees
Vertalen verbinden in Sloveens
Vertalen verbinden in Pools
Vertalen verbinden in Tsjechisch