Trouwen — Nederlandse Spaans vertaling3 vertalingen gevonden

trouwen (v) (huwelijk) unir en matrimonio (v) (huwelijk)
trouwen (v) (huwelijk) casar (v) (huwelijk)
trouwen (v) (intransitief) casarse (v) (intransitief)
Trouwen Voorbeelden1 Bijvoorbeeld gevonden
onderling trouwen casarse entre sí
Vertalen Trouwen in andere talen
Vertalen trouwen in Engels
Vertalen trouwen in Duits
Vertalen trouwen in Frans
Vertalen trouwen in Italiaans
Vertalen trouwen in Portugees
Vertalen trouwen in Sloveens
Vertalen trouwen in Pools
Vertalen trouwen in Tsjechisch