Trouwen — Nederlandse Duits vertaling4 vertalingen gevonden

trouwen vermählen
trouwen (v) (intransitief) heiraten (v) (intransitief)
trouwen (v) (intransitief) sich vermählen (v) (intransitief)
trouwen (v) (huwelijk) trauen (v) (huwelijk)
Trouwen Voorbeelden1 Bijvoorbeeld gevonden
onderling trouwen untereinander heiraten
Vertalen Trouwen in andere talen
Vertalen trouwen in Engels
Vertalen trouwen in Frans
Vertalen trouwen in Italiaans
Vertalen trouwen in Spaans
Vertalen trouwen in Portugees
Vertalen trouwen in Sloveens
Vertalen trouwen in Pools
Vertalen trouwen in Tsjechisch