Treffen — Nederlandse Spaans vertaling24 vertalingen gevonden

treffen (n) (n) (algemeen) encuentro (m) (n) (algemeen)
treffen (n) (v) (aandacht) ocurrírsele a uno (v) (aandacht)
treffen (n) (v) (voorwerpen) tropezar con (v) (voorwerpen)
treffen (n) (v) (gevoelens) aterrar (v) (gevoelens)
treffen (n) (v) (gevoelens) conmocionar a (v) (gevoelens)
treffen (n) (v) (geweer) herir (v) (geweer)
treffen (n) (v) (gevoelens) producir una conmoción (v) (gevoelens)
treffen (n) (v) (ramp) azotar (v) (ramp)
treffen (n) (v) (geweer) pegarle un tiro a (v) (geweer)
treffen (n) (v) (aandacht) atraer la atención (v) (aandacht)
treffen (n) (v) (gevoelens) conmover (v) (gevoelens)
treffen (n) (v) (gevoelens) impresionar (v) (gevoelens)
treffen (n) (v) (gevoelens) repugnar (v) (gevoelens)
treffen (n) (v) (geest) afligir (v) (geest)
treffen (n) (v) (ramp) afligir (v) (ramp)
treffen (n) (v) (gevoelens) ofender (v) (gevoelens)
treffen (n) (v) (geweer) disparar (v) (geweer)
treffen (n) (v) (voorwerpen) dar contra (v) (voorwerpen)
treffen (n) (v) (geest) ocurrírsele a uno (v) (geest)
treffen (n) (v) (aandacht) saltar a la vista (v) (aandacht)
treffen (n) (v) (aandacht) afligir (v) (aandacht)
treffen (n) (v) (voorwerpen) chocar contra (v) (voorwerpen)
treffen (n) (v) (gevoelens) enternecer (v) (gevoelens)
treffen (n) (v) (geest) azotar (v) (geest)
Treffen Voorbeelden1 Bijvoorbeeld gevonden
voorbereidingen treffen prepararse para
Vertalen Treffen in andere talen
Vertalen treffen in Engels
Vertalen treffen in Duits
Vertalen treffen in Frans
Vertalen treffen in Italiaans
Vertalen treffen in Portugees
Vertalen treffen in Sloveens
Vertalen treffen in Pools
Vertalen treffen in Tsjechisch