Schokken — Nederlandse Spaans vertaling16 vertalingen gevonden

schokken (n) (n) (hobbelen) topetazo (m) (n) (hobbelen)
schokken (n) (n) (hobbelen) sacudida (f) (n) (hobbelen)
schokken (n) (v) (gevoelens) horrorizar (v) (gevoelens)
schokken (n) (v) (gevoelens) producir una conmoción (v) (gevoelens)
schokken (n) (v) (gevoelens) conmocionar a (v) (gevoelens)
schokken (n) (v) (beweging) traquetear (v) (beweging)
schokken (n) (v) (gevoelens) enternecer (v) (gevoelens)
schokken (n) (v) (gevoelens) repugnar (v) (gevoelens)
schokken (n) (v) (gevoelens) impresionar (v) (gevoelens)
schokken (n) (v) (gevoelens) aterrar (v) (gevoelens)
schokken (n) (v) (gebouw) temblar (v) (gebouw)
schokken (n) (v) (gevoelens) conmover (v) (gevoelens)
schokken (n) (v) (gevoelens) ofender (v) (gevoelens)
schokken (n) (v) (gebouw) estremecerse (v) (gebouw)
schokken (n) (v) (gevoelens) sacudir (v) (gevoelens)
schokken (n) (v) (gevoelens) aturdir (v) (gevoelens)
Vertalen Schokken in andere talen
Vertalen schokken in Engels
Vertalen schokken in Duits
Vertalen schokken in Frans
Vertalen schokken in Italiaans
Vertalen schokken in Portugees
Vertalen schokken in Sloveens
Vertalen schokken in Pools
Vertalen schokken in Tsjechisch