schijnen
(v)
(zon)
|
estar radiante
(v)
(zon)
|
schijnen
(v)
(lijken)
|
estar brillante
(v)
(lijken)
|
schijnen
(v)
(Licht)
|
semejar
(v)
(Licht)
|
geschenen
schijnen
schijnt
scheen
schenen
|
semejado
semejan
semejas
semejabas
semejaban
|
schijnen
(v)
(zon)
|
brillar
(v)
(zon)
|
geschenen
schijnen
schijnt
scheen
schenen
|
brillado
brillan
brillas
brillabas
brillaban
|
schijnen
(v)
(Licht)
|
irradiar
(v)
(Licht)
|
geschenen
schijnen
schijnt
scheen
schenen
|
irradiado
irradias
irradian
irradiabas
irradiaban
|
schijnen
(v)
(lijken)
|
estar radiante
(v)
(lijken)
|
schijnen
(v)
(Licht)
|
estar radiante
(v)
(Licht)
|
schijnen
(v)
(Licht)
|
parecer
(m)
(v)
(Licht)
|
geschenen
schijnen
schijnt
scheen
schenen
|
parecido
parecen
pareces
parecías
parecían
|
schijnen
(v)
(Licht)
|
brillar
(v)
(Licht)
|
geschenen
schijnen
schijnt
scheen
schenen
|
brillado
brillan
brillas
brillabas
brillaban
|
schijnen
(v)
(glanzen)
|
brillar
(v)
(glanzen)
|
geschenen
schijnen
schijnt
scheen
schenen
|
brillado
brillan
brillas
brillabas
brillaban
|
schijnen
(v)
(lijken)
|
irradiar
(v)
(lijken)
|
geschenen
schijnen
schijnt
scheen
schenen
|
irradiado
irradias
irradian
irradiabas
irradiaban
|
schijnen
(v)
(lijken)
|
semejar
(v)
(lijken)
|
geschenen
schijnen
schijnt
scheen
schenen
|
semejado
semejan
semejas
semejabas
semejaban
|
schijnen
(v)
(Licht)
|
estar brillante
(v)
(Licht)
|
schijnen
(v)
(zon)
|
parecer
(m)
(v)
(zon)
|
geschenen
schijnen
schijnt
scheen
schenen
|
parecido
parecen
pareces
parecías
parecían
|
schijnen
(v)
(lijken)
|
brillar
(v)
(lijken)
|
geschenen
schijnen
schijnt
scheen
schenen
|
brillado
brillan
brillas
brillabas
brillaban
|
schijnen
(v)
(zon)
|
estar brillante
(v)
(zon)
|
schijnen
(v)
(lijken)
|
parecer
(m)
(v)
(lijken)
|
geschenen
schijnen
schijnt
scheen
schenen
|
parecido
parecen
pareces
parecías
parecían
|
schijnen
(v)
(zon)
|
semejar
(v)
(zon)
|
geschenen
schijnen
schijnt
scheen
schenen
|
semejado
semejan
semejas
semejabas
semejaban
|
schijnen
(v)
(glanzen)
|
destellar
(v)
(glanzen)
|
geschenen
schijnen
schijnt
scheen
schenen
|
destellado
destellas
destellan
destellabas
destellaban
|
schijnen
(v)
(zon)
|
irradiar
(v)
(zon)
|
geschenen
schijnen
schijnt
scheen
schenen
|
irradiado
irradias
irradian
irradiabas
irradiaban
|