Schenken — Nederlandse Spaans vertaling15 vertalingen gevonden

schenken (n) (n) (geven) otorgamiento (m) (n) (geven)
schenken (n) (v) (Geschenk) dar (v) (Geschenk)
schenken (n) (v) (verlenen) conferir (v) (verlenen)
schenken (n) (v) (bijdragen) contribuir (v) (bijdragen)
schenken (n) (v) (Geschenk) otorgar (v) (Geschenk)
schenken (n) (v) (verlenen) dar (v) (verlenen)
schenken (n) (v) (titel) conceder (v) (titel)
schenken (n) (v) (Geschenk) regalar (v) (Geschenk)
schenken (n) (v) (verlenen) otorgar (v) (verlenen)
schenken (n) (v) (Geschenk) conceder (v) (Geschenk)
schenken (n) (v) (verlenen) regalar (v) (verlenen)
schenken (n) (v) (bijdragen) donar (v) (bijdragen)
schenken (n) (v) (verlenen) conceder (v) (verlenen)
schenken (n) (v) (Geschenk) conferir (v) (Geschenk)
schenken (n) (v) (titel) otorgar (v) (titel)
Schenken Voorbeelden10 voorbeelden gevonden
aandacht schenken aan prestar atención a
aandacht schenken aan prestar atención a
geen aandacht schenken aan pasar por alto
geen aandacht schenken aan dejar de lado
genoegen schenken satisfacer
genoegen schenken agradar
het leven schenken aan traer al mundo
het leven schenken aan tener una hija
het leven schenken aan tener un hijo
het leven schenken aan dar a luz
Vertalen Schenken in andere talen
Vertalen schenken in Engels
Vertalen schenken in Duits
Vertalen schenken in Frans
Vertalen schenken in Italiaans
Vertalen schenken in Portugees
Vertalen schenken in Sloveens
Vertalen schenken in Pools
Vertalen schenken in Tsjechisch