Samenwonen — Nederlandse Spaans vertaling12 vertalingen gevonden

samenwonen (v) (ongehuwd paar) vivir juntos (v) (ongehuwd paar)
samenwonen (v) (relatie) convivir (v) (relatie)
samenwonen (v) (relatie) cohabitar (v) (relatie)
samenwonen (v) (samenleven) cohabitar (v) (samenleven)
samenwonen (v) (relatie) vivir juntos (v) (relatie)
samenwonen (v) (ongehuwd paar) convivir (v) (ongehuwd paar)
samenwonen (v) (ongehuwd paar) cohabitar (v) (ongehuwd paar)
samenwonen (v) (ongehuwd paar) vivir en pareja (v) (ongehuwd paar)
samenwonen (v) (relatie) vivir en pareja (v) (relatie)
samenwonen (v) (samenleven) vivir juntos (v) (samenleven)
samenwonen (v) (samenleven) convivir (v) (samenleven)
samenwonen (v) (samenleven) vivir en pareja (v) (samenleven)
Vertalen Samenwonen in andere talen
Vertalen samenwonen in Engels
Vertalen samenwonen in Duits
Vertalen samenwonen in Frans
Vertalen samenwonen in Italiaans
Vertalen samenwonen in Portugees
Vertalen samenwonen in Sloveens
Vertalen samenwonen in Pools
Vertalen samenwonen in Tsjechisch