onvoorzien (a) (algemeen) | repentino (a) (algemeen) |
onvoorzien (a) (algemeen) | imprevisto (a) (algemeen) |
onvoorzien (a) (onverwacht) | accidental (a) (onverwacht) |
onvoorzien (a) (onverwacht) | de improviso (a) (onverwacht) |
onvoorzien (a) (onverwacht) | inesperado (a) (onverwacht) |
onvoorzien (a) (algemeen) | inesperadamente (a) (algemeen) |
onvoorzien (a) (onverwacht) | fortuito (a) (onverwacht) |
onvoorzien (a) (algemeen) | inesperado (a) (algemeen) |
onvoorzien (a) (onverwacht) | casual (a) (onverwacht) |
onvoorzien (a) (onverwacht) | repentino (a) (onverwacht) |
onvoorzien (a) (onverwacht) | imprevisto (a) (onverwacht) |
onvoorzien (a) (onverwacht) | inesperadamente (a) (onverwacht) |
onvoorzien (a) (algemeen) | de improviso (a) (algemeen) |
onvoorzien (o) (algemeen) | de improviso (o) (algemeen) |
onvoorzien (o) (algemeen) | inesperadamente (o) (algemeen) |
onvoorzien (o) (algemeen) | inesperado (o) (algemeen) |