Hun — Nederlandse Spaans vertaling8 vertalingen gevonden

hun (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv.) sus (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv.)
hun (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.) su (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.)
hun (o) (persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - vr. mv.) les (o) (persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - vr. mv.)
hun (o) (persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - vr. mv.) a ellos (o) (persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - vr. mv.)
hun (o) (persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - m. mv.) a ellas (o) (persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - m. mv.)
hun (o) (persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - m. mv.) a ellos (o) (persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - m. mv.)
hun (o) (persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - m. mv.) les (o) (persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - m. mv.)
hun (o) (persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - vr. mv.) a ellas (o) (persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - vr. mv.)
Hun Voorbeelden1 Bijvoorbeeld gevonden
uit hun kassen puilen salirse de las órbitas
Vertalen Hun in andere talen
Vertalen hun in Engels
Vertalen hun in Duits
Vertalen hun in Frans
Vertalen hun in Italiaans
Vertalen hun in Portugees
Vertalen hun in Sloveens
Vertalen hun in Pools
Vertalen hun in Tsjechisch