herstellen
(n)
(n)
(Aktie)
|
arreglo
(m)
(n)
(Aktie)
|
herstellen
(n)
(n)
(Aktie)
|
reparación
(f)
(n)
(Aktie)
|
herstellen
(n)
(n)
(kleding)
|
zurcido
(m)
(n)
(kleding)
|
herstellen
(n)
(n)
(kleding)
|
remiendo
(m)
(n)
(kleding)
|
herstellen
(n)
(n)
(genezen)
|
cura
(f)
(n)
(genezen)
|
herstellen
(n)
(n)
(schade)
|
reparación
(f)
(n)
(schade)
|
herstellen
(n)
(n)
(technisch)
|
restauración
(f)
(n)
(technisch)
|
herstellen
(n)
(n)
(schade)
|
arreglo
(m)
(n)
(schade)
|
herstellen
(n)
(n)
(genezen)
|
curación
(f)
(n)
(genezen)
|
herstellen
(n)
(v)
(vergissing)
|
arreglar
(v)
(vergissing)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
arreglado
arreglas
arreglan
arreglabas
arreglaban
|
herstellen
(n)
(v)
(ziekte)
|
recobrarse
(v)
(ziekte)
|
herstellen
(n)
(v)
(kleding)
|
remendar
(v)
(kleding)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
remendado
remiendas
remiendan
remendabas
remendaban
|
herstellen
(n)
(v)
(ziekte)
|
restablecerse
(v)
(ziekte)
|
herstellen
(n)
(v)
(ziekte)
|
reponerse
(v)
(ziekte)
|
herstellen
(n)
(v)
(gevoelens)
|
recuperarse
(v)
(gevoelens)
|
herstellen
(n)
(v)
(vergissing)
|
expiar
(v)
(vergissing)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
expiado
expían
expías
expiabas
expiaban
|
herstellen
(n)
(v)
(vergissing)
|
remediar
(v)
(vergissing)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
remediado
remedias
remedian
remediabas
remediaban
|
herstellen
(n)
(v)
(baan)
|
reinstalar
(v)
(baan)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
reinstalado
reinstalan
reinstalas
reinstalabas
reinstalaban
|
herstellen
(n)
(v)
(ziekte)
|
convalecer
(v)
(ziekte)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
convalecido
convalecen
convaleces
convalecías
convalecían
|
herstellen
(n)
(v)
(repareren)
|
arreglar
(v)
(repareren)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
arreglado
arreglas
arreglan
arreglabas
arreglaban
|
herstellen
(n)
(v)
(vergissing)
|
rectificar algo
(v)
(vergissing)
|
herstellen
(n)
(v)
(vergissing)
|
reparar
(v)
(vergissing)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
reparado
reparan
reparas
reparaban
reparabas
|
herstellen
(n)
(v)
(communicatie)
|
reparar
(v)
(communicatie)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
reparado
reparan
reparas
reparaban
reparabas
|
herstellen
(n)
(v)
(onrechtvaardigheid)
|
rectificar algo
(v)
(onrechtvaardigheid)
|
herstellen
(n)
(v)
(onrechtvaardigheid)
|
expiar
(v)
(onrechtvaardigheid)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
expiado
expían
expías
expiabas
expiaban
|
herstellen
(n)
(v)
(onrechtvaardigheid)
|
remediar
(v)
(onrechtvaardigheid)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
remediado
remedias
remedian
remediabas
remediaban
|
herstellen
(n)
(v)
(situatie)
|
subsanar
(v)
(situatie)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
subsanado
subsanas
subsanan
subsanabas
subsanaban
|
herstellen
(n)
(v)
(baan)
|
reintegrar
(v)
(baan)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
reintegrado
reintegras
reintegran
reintegrabas
reintegraban
|
herstellen
(n)
(v)
(onrechtvaardigheid)
|
arreglar
(v)
(onrechtvaardigheid)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
arreglado
arreglas
arreglan
arreglabas
arreglaban
|
herstellen
(n)
(v)
(ziekte)
|
recuperarse
(v)
(ziekte)
|
herstellen
(n)
(v)
(probleem)
|
reparar
(v)
(probleem)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
reparado
reparan
reparas
reparaban
reparabas
|
herstellen
(n)
(v)
(repareren)
|
reparar
(v)
(repareren)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
reparado
reparan
reparas
reparaban
reparabas
|
herstellen
(n)
(v)
(communicatie)
|
restablecer
(v)
(communicatie)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
restablecido
restablecen
restableces
restablecías
restablecían
|
herstellen
(n)
(v)
(onrechtvaardigheid)
|
corregir
(v)
(onrechtvaardigheid)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
corregido
corriges
corrigen
corregías
corregían
|
herstellen
(n)
(v)
(ziekte)
|
curar
(v)
(ziekte)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
curado
curan
curas
curabas
curaban
|
herstellen
(n)
(v)
(probleem)
|
arreglar
(v)
(probleem)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
arreglado
arreglas
arreglan
arreglabas
arreglaban
|
herstellen
(n)
(v)
(situatie)
|
enmendar
(v)
(situatie)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
enmendado
enmiendas
enmiendan
enmendaban
enmendabas
|
herstellen
(n)
(v)
(probleem)
|
remediar
(v)
(probleem)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
remediado
remedias
remedian
remediabas
remediaban
|
herstellen
(n)
(v)
(onrechtvaardigheid)
|
restablecer
(v)
(onrechtvaardigheid)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
restablecido
restablecen
restableces
restablecías
restablecían
|
herstellen
(n)
(v)
(geneeskunde)
|
recuperarse
(v)
(geneeskunde)
|
herstellen
(n)
(v)
(onrechtvaardigheid)
|
reparar
(v)
(onrechtvaardigheid)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
reparado
reparan
reparas
reparaban
reparabas
|
herstellen
(n)
(v)
(communicatie)
|
remediar
(v)
(communicatie)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
remediado
remedias
remedian
remediabas
remediaban
|
herstellen
(n)
(v)
(geneeskunde)
|
restablecerse
(v)
(geneeskunde)
|
herstellen
(n)
(v)
(vergissing)
|
corregir
(v)
(vergissing)
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
corregido
corriges
corrigen
corregías
corregían
|