Aannemen — Nederlandse Spaans vertaling105 vertalingen gevonden

aannemen (v) (wetten) recibir (v) (wetten)
aannemen (v) (Hypothese) creer (v) (Hypothese)
aannemen (v) (kleur) imitar (v) (kleur)
aannemen (v) (geloven) creer (v) (geloven)
aannemen (v) (waarschijnlijkheid) coger (v) (waarschijnlijkheid)
aannemen (v) (kleur) dar por sentado (v) (kleur)
aannemen (v) (Methode) adoptar (v) (Methode)
aannemen (v) (feit) aceptar (v) (feit)
aannemen (v) (accepteren) asumir (v) (accepteren)
aannemen (v) (waarschijnlijkheid) recibir (v) (waarschijnlijkheid)
aannemen (v) (waarschijnlijkheid) adoptar (v) (waarschijnlijkheid)
aannemen (v) (feit) presumir (v) (feit)
aannemen (v) (kind) tomar (v) (kind)
aannemen (v) (kleur) recibir (v) (kleur)
aannemen (v) (beroep) contratar (v) (beroep)
aannemen (v) (aanvaarden) recibir (v) (aanvaarden)
aannemen (v) (feit) suponer (v) (feit)
aannemen (v) (kind) creer (v) (kind)
aannemen (v) (kind) dar por sentado (v) (kind)
aannemen (v) (geloven) adoptar (v) (geloven)
aannemen (v) (kind) aceptar (v) (kind)
aannemen (v) (wetten) asumir (v) (wetten)
aannemen (v) (wetten) decretar (v) (wetten)
aannemen (v) (kleur) aprobar (v) (kleur)
aannemen (v) (Hypothese) aceptar (v) (Hypothese)
aannemen (v) (accepteren) coger (v) (accepteren)
aannemen (v) (Hypothese) tomar (v) (Hypothese)
aannemen (v) (accepteren) tomar (v) (accepteren)
aannemen (v) (aanvaarden) admitir (v) (aanvaarden)
aannemen (v) (beroep) poner a trabajar (v) (beroep)
aannemen (v) (feit) recibir (v) (feit)
aannemen (v) (feit) coger (v) (feit)
aannemen (v) (accepteren) presumir (v) (accepteren)
aannemen (v) (waarschijnlijkheid) suponer (v) (waarschijnlijkheid)
aannemen (v) (wetten) coger (v) (wetten)
aannemen (v) (waarschijnlijkheid) dar por sentado (v) (waarschijnlijkheid)
aannemen (v) (wetten) adoptar (v) (wetten)
aannemen (v) (accepteren) admitir (v) (accepteren)
aannemen (v) (kleur) asumir (v) (kleur)
aannemen (v) (Hypothese) recibir (v) (Hypothese)
aannemen (v) (waarschijnlijkheid) aprobar (v) (waarschijnlijkheid)
aannemen (v) (wetten) presumir (v) (wetten)
aannemen (v) (feit) tomar (v) (feit)
aannemen (v) (kind) suponer (v) (kind)
aannemen (v) (geloven) coger (v) (geloven)
aannemen (v) (accepteren) recibir (v) (accepteren)
aannemen (v) (aanvaarden) reconocer (v) (aanvaarden)
aannemen (v) (kleur) creer (v) (kleur)
aannemen (v) (feit) dar por sentado (v) (feit)
aannemen (v) (accepteren) adoptar (v) (accepteren)
aannemen (v) (kind) asumir (v) (kind)
aannemen (v) (beroep) emplear (v) (beroep)
aannemen (v) (kind) aprobar (v) (kind)
aannemen (v) (aanvaarden) aceptar (v) (aanvaarden)
aannemen (v) (aanvaarden) coger (v) (aanvaarden)
aannemen (v) (wetten) tomar (v) (wetten)
aannemen (v) (geloven) tomar (v) (geloven)
aannemen (v) (kind) adoptar (v) (kind)
aannemen (v) (Hypothese) presumir (v) (Hypothese)
aannemen (v) (kind) recibir (v) (kind)
aannemen (v) (kind) coger (v) (kind)
aannemen (v) (geloven) presumir (v) (geloven)
aannemen (v) (Hypothese) suponer (v) (Hypothese)
aannemen (v) (wetten) creer (v) (wetten)
aannemen (v) (Hypothese) dar por sentado (v) (Hypothese)
aannemen (v) (feit) adoptar (v) (feit)
aannemen (v) (geloven) aceptar (v) (geloven)
aannemen (v) (Hypothese) asumir (v) (Hypothese)
aannemen (v) (geloven) dar por sentado (v) (geloven)
aannemen (v) (wetten) aprobar (v) (wetten)
aannemen (v) (accepteren) aceptar (v) (accepteren)
aannemen (v) (accepteren) suponer (v) (accepteren)
aannemen (v) (kleur) suponer (v) (kleur)
aannemen (v) (geloven) aprobar (v) (geloven)
aannemen (v) (kleur) presumir (v) (kleur)
aannemen (v) (accepteren) reconocer (v) (accepteren)
aannemen (v) (waarschijnlijkheid) creer (v) (waarschijnlijkheid)
aannemen (v) (Methode) imitar (v) (Methode)
aannemen (v) (accepteren) creer (v) (accepteren)
aannemen (v) (feit) asumir (v) (feit)
aannemen (v) (accepteren) dar por sentado (v) (accepteren)
aannemen (v) (Hypothese) aprobar (v) (Hypothese)
aannemen (v) (wetten) aceptar (v) (wetten)
aannemen (v) (Hypothese) coger (v) (Hypothese)
aannemen (v) (waarschijnlijkheid) tomar (v) (waarschijnlijkheid)
aannemen (v) (Methode) tomar (v) (Methode)
aannemen (v) (Hypothese) adoptar (v) (Hypothese)
aannemen (v) (waarschijnlijkheid) presumir (v) (waarschijnlijkheid)
aannemen (v) (geloven) recibir (v) (geloven)
aannemen (v) (kleur) coger (v) (kleur)
aannemen (v) (wetten) promulgar (v) (wetten)
aannemen (v) (wetten) suponer (v) (wetten)
aannemen (v) (feit) creer (v) (feit)
aannemen (v) (wetten) dar por sentado (v) (wetten)
aannemen (v) (kleur) adoptar (v) (kleur)
aannemen (v) (kleur) aceptar (v) (kleur)
aannemen (v) (waarschijnlijkheid) asumir (v) (waarschijnlijkheid)
aannemen (v) (beroep) dar trabajo a (v) (beroep)
aannemen (v) (feit) aprobar (v) (feit)
aannemen (v) (waarschijnlijkheid) aceptar (v) (waarschijnlijkheid)
aannemen (v) (geloven) asumir (v) (geloven)
aannemen (v) (geloven) suponer (v) (geloven)
aannemen (v) (kleur) tomar (v) (kleur)
aannemen (v) (accepteren) aprobar (v) (accepteren)
aannemen (v) (kind) presumir (v) (kind)
Aannemen Voorbeelden4 voorbeelden gevonden
de gewoonte aannemen om entregarse a
de gewoonte aannemen om aficionarse a
een defensieve houding aannemen estar a la defensiva
een houding aannemen dárselas de
Vertalen Aannemen in andere talen
Vertalen aannemen in Engels
Vertalen aannemen in Duits
Vertalen aannemen in Frans
Vertalen aannemen in Italiaans
Vertalen aannemen in Portugees
Vertalen aannemen in Sloveens
Vertalen aannemen in Pools
Vertalen aannemen in Tsjechisch