aanhouden
(n)
(n)
(voortduring)
|
persistencia
(f)
(n)
(voortduring)
|
aanhouden
(n)
(n)
(voortduring)
|
continuación
(f)
(n)
(voortduring)
|
aanhouden
(n)
(n)
(voortduring)
|
continuidad
(f)
(n)
(voortduring)
|
aanhouden
(n)
(v)
(pijn)
|
continuar
(v)
(pijn)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
continuado
contin as
contin an
continuabas
continuaban
|
aanhouden
(n)
(v)
(pijn)
|
tardar
(v)
(pijn)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
tardado
tardas
tardan
tardabas
tardaban
|
aanhouden
(n)
(v)
(pijn)
|
persistir
(v)
(pijn)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
persistido
persisten
persistes
persistían
persistías
|
aanhouden
(n)
(v)
(intransitief)
|
durar
(v)
(intransitief)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
durado
duran
duras
durabas
duraban
|
aanhouden
(n)
(v)
(misdadiger)
|
arrestar
(v)
(misdadiger)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
arrestado
arrestan
arrestas
arrestaban
arrestabas
|
aanhouden
(n)
(v)
(pijn)
|
durar
(v)
(pijn)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
durado
duran
duras
durabas
duraban
|
aanhouden
(n)
(v)
(inspanning)
|
seguir adelante
(v)
(inspanning)
|
aanhouden
(n)
(v)
(toespraak)
|
alargar
(v)
(toespraak)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
alargado
alargan
alargas
alargabas
alargaban
|
aanhouden
(n)
(v)
(inspanning)
|
continuar
(v)
(inspanning)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
continuado
contin as
contin an
continuabas
continuaban
|
aanhouden
(n)
(v)
(algemeen)
|
durar
(v)
(algemeen)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
durado
duran
duras
durabas
duraban
|
aanhouden
(n)
(v)
(weer)
|
persistir
(v)
(weer)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
persistido
persisten
persistes
persistían
persistías
|
aanhouden
(n)
(v)
(misdadiger)
|
detener
(v)
(misdadiger)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
detenido
detienen
detienes
detenían
detenías
|
aanhouden
(n)
(v)
(beroep)
|
mantener
(v)
(beroep)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
mantenido
mantienen
mantienes
mantenían
mantenías
|
aanhouden
(n)
(v)
(beroep)
|
retener
(v)
(beroep)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
retenido
retienes
retienen
retenías
retenían
|
aanhouden
(n)
(v)
(intransitief)
|
tardar
(v)
(intransitief)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
tardado
tardas
tardan
tardabas
tardaban
|
aanhouden
(n)
(v)
(transitief)
|
continuar
(v)
(transitief)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
continuado
contin as
contin an
continuabas
continuaban
|
aanhouden
(n)
(v)
(toespraak)
|
estirar
(v)
(toespraak)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
estirado
estiran
estiras
estiraban
estirabas
|
aanhouden
(n)
(v)
(toespraak)
|
prolongar
(v)
(toespraak)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
prolongado
prolongan
prolongas
prolongaban
prolongabas
|
aanhouden
(n)
(v)
(misdadiger)
|
capturar
(v)
(misdadiger)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
capturado
capturas
capturan
capturaban
capturabas
|
aanhouden
(n)
(v)
(intransitief)
|
continuar
(v)
(intransitief)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
continuado
contin as
contin an
continuabas
continuaban
|
aanhouden
(n)
(v)
(inspanning)
|
sostener
(v)
(inspanning)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
sostenido
sostienen
sostienes
sostenías
sostenían
|
aanhouden
(n)
(v)
(intransitief)
|
persistir
(v)
(intransitief)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
persistido
persisten
persistes
persistían
persistías
|
aanhouden
(n)
(v)
(inspanning)
|
apretar los dientes
(v)
(inspanning)
|
aanhouden
(n)
(v)
(inspanning)
|
mantener
(v)
(inspanning)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
mantenido
mantienen
mantienes
mantenían
mantenías
|
aanhouden
(n)
(v)
(inspanning)
|
proseguir
(v)
(inspanning)
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
proseguido
prosigues
prosiguen
proseguías
proseguían
|