Treuzelen — Nederlandse Engels vertaling12 vertalingen gevonden

treuzelen (n) (n) (algemeen) lingering (n) (algemeen)
treuzelen (n) (n) (algemeen) dawdling (n) (algemeen)
treuzelen (n) (n) (algemeen) loitering (n) (algemeen)
treuzelen (n) (v) (tijd) diddle (v) (tijd)
treuzelen (n) (v) (tijd) dawdle (v) (tijd)
treuzelen (n) (v) (wachten) linger (v) (wachten)
treuzelen (n) (v) (tijd) waste time (v) (tijd)
treuzelen (n) (v) (tijd) diddle away (v) (tijd)
treuzelen (n) (v) (tijd) goof off (v) (tijd)
treuzelen (n) (v) (tijd) loiter (v) (tijd)
treuzelen (n) (v) (tijd) goof (v) (tijd)
treuzelen (n) (v) (wachten) tarry (v) (wachten)
Vertalen Treuzelen in andere talen
Vertalen treuzelen in Duits
Vertalen treuzelen in Frans
Vertalen treuzelen in Italiaans
Vertalen treuzelen in Spaans
Vertalen treuzelen in Portugees
Vertalen treuzelen in Sloveens
Vertalen treuzelen in Pools
Vertalen treuzelen in Tsjechisch