tellen (n) (n) (rekenen) | counting (n) (rekenen) |
tellen (n) (n) (rekenen) | calculating (n) (rekenen) |
tellen (n) (n) (rekenen) | computing (n) (rekenen) |
tellen (n) (v) (belangrijkheid) | count (v) (belangrijkheid) |
tellen (n) (v) (wiskunde) | enumerate (v) (wiskunde) |
tellen (n) (v) (wiskunde) | count (v) (wiskunde) |
opnieuw samenstellen | reconstitute |
opnieuw vertellen | retell |
opnieuw tellen | count again |
opnieuw tellen | recount |
verkeerd tellen | miscount |
verkeerd voorstellen | misrepresent |