Tellen — Nederlandse Duits vertaling6 vertalingen gevonden

tellen (n) (n) (rekenen) Rechnen (n) (n) (rekenen)
tellen (n) (n) (rekenen) Zählung (f) (n) (rekenen)
tellen (n) (v) (belangrijkheid) Zählen (v) (belangrijkheid)
tellen (n) (v) Zählen (v)
tellen (n) (v) (wiskunde) aufzählen (v) (wiskunde)
tellen (n) (v) (wiskunde) Zählen (v) (wiskunde)
Tellen Voorbeelden9 voorbeelden gevonden
opnieuw samenstellen neu aufbauen
opnieuw samenstellen neu aufstellen
opnieuw vertellen nochmals erzählen
opnieuw vertellen wiederholen
opnieuw tellen nachzählen
verkeerd tellen sich verzählen
verkeerd tellen verzählen
verkeerd voorstellen ungenau darstellen
verkeerd voorstellen falsch darstellen
Vertalen Tellen in andere talen
Vertalen tellen in Engels
Vertalen tellen in Frans
Vertalen tellen in Italiaans
Vertalen tellen in Spaans
Vertalen tellen in Portugees
Vertalen tellen in Sloveens
Vertalen tellen in Pools
Vertalen tellen in Tsjechisch