ordelijk (a) (algemeen) | ordered (a) (algemeen) |
ordelijk (a) (algemeen) | regular (a) (algemeen) |
ordelijk (a) (persoon) | organized (a) (persoon) |
ordelijk (a) (gestructureerd) | orderly (a) (gestructureerd) |
ordelijk (a) (gestructureerd) | well-arranged (a) (gestructureerd) |
ordelijk (o) (schoonmaken) | straight (o) (schoonmaken) |