handelen
(v)
(zich gedragen)
|
act
(v)
(zich gedragen)
|
gehandeld
handelt
handelen
handelden
handelde
|
acted
act
act
acted
acted
act
|
handelen
(v)
(beginnen)
|
operate
(v)
(beginnen)
|
gehandeld
handelt
handelen
handelden
handelde
|
operated
operate
operate
operated
operated
operate
|
handelen
(v)
(zich gedragen)
|
comport
(v)
(zich gedragen)
|
gehandeld
handelt
handelen
handelden
handelde
|
comported
comport
comport
comported
comported
comport
|
handelen
(v)
(beginnen)
|
proceed
(v)
(beginnen)
|
gehandeld
handelt
handelen
handelden
handelde
|
proceeded
proceed
proceed
proceeded
proceeded
proceed
|
handelen
(v)
(doen)
|
act
(v)
(doen)
|
gehandeld
handelt
handelen
handelden
handelde
|
acted
act
act
acted
acted
act
|
handelen
(v)
(zich gedragen)
|
conduct
(v)
(zich gedragen)
|
gehandeld
handelt
handelen
handelden
handelde
|
conducted
conduct
conduct
conducted
conducted
conduct
|
handelen
(v)
(bedrijf)
|
traffic
(v)
(bedrijf)
|
gehandeld
handelt
handelen
handelden
handelde
|
trafficked
traffic
traffic
trafficked
trafficked
traffic
|
handelen
(v)
(doen)
|
do
(v)
(doen)
|
gehandeld
handelt
handelen
handelden
handelde
|
done
do
do
did
did
|
handelen
(v)
(zich gedragen)
|
behave
(v)
(zich gedragen)
|
gehandeld
handelt
handelen
handelden
handelde
|
behaved
behave
behave
behaved
behaved
behave
|
handelen
(v)
(bedrijf)
|
trade
(v)
(bedrijf)
|
gehandeld
handelt
handelen
handelden
handelde
|
traded
trade
trade
traded
traded
trade
|