Handelen — Nederlandse Duits vertaling14 vertalingen gevonden

handelen betragen
handelen Verhalten
handelen aufführen
handelen Benehmen
handelen (n) Vorgangsweise (f) (n)
handelen (v) (beginnen) Verfahren (v) (beginnen)
handelen (v) (zich gedragen) sich benehmen (v) (zich gedragen)
handelen (v) (bedrijf) Handel treiben (v) (bedrijf)
handelen (v) (zich gedragen) sich aufführen (v) (zich gedragen)
handelen (v) (doen) handeln (v) (doen)
handelen (v) (zich gedragen) sich betragen (v) (zich gedragen)
handelen (v) (zich gedragen) sich verhalten (v) (zich gedragen)
handelen (v) (beginnen) handeln (v) (beginnen)
handelen (v) (doen) tun (v) (doen)
Handelen Voorbeelden5 voorbeelden gevonden
handelen in handeln in
handelen naar eigen goeddunken nach eigenem Gutdünken handeln
handelen naar eigen goeddunken nach eigenem Ermessen handeln
handelen voor vorwegnehmen
handelen voor vorher handeln
Vertalen Handelen in andere talen
Vertalen handelen in Engels
Vertalen handelen in Frans
Vertalen handelen in Italiaans
Vertalen handelen in Spaans
Vertalen handelen in Portugees
Vertalen handelen in Sloveens
Vertalen handelen in Pools
Vertalen handelen in Tsjechisch