Spoor — Nederlandse Duits vertaling24 vertalingen gevonden

spoor (n) (n) (paardrijden) Sporn (m) (n) (paardrijden)
spoor (n) (n) (teken) Hauch (m) (n) (teken)
spoor (n) (n) (plantkunde) Sporn (m) (n) (plantkunde)
spoor (n) (n) Gleis (n)
spoor (n) (n) (voetstappen) Spur (f) (n) (voetstappen)
spoor (n) (n) (jacht) Fährte (f) (n) (jacht)
spoor (n) (n) (spoorwegen) Eisenbahngesellschaft (f) (n) (spoorwegen)
spoor (n) (n) (wiel) Spurrille (f) (n) (wiel)
spoor (n) (n) (teken) bisschen (n) (n) (teken)
spoor (n) (n) (hoeveelheid) Spur (f) (n) (hoeveelheid)
spoor (n) (n) Bahn (f) (n)
spoor (n) (n) (indicatie) Spur (f) (n) (indicatie)
spoor (n) (n) (jacht) Spur (f) (n) (jacht)
spoor (n) (n) (geschiedenis) Spur (f) (n) (geschiedenis)
spoor (n) (n) (voet) Abdruck (m) (n) (voet)
spoor (n) (n) (teken) Schimmer (m) (n) (teken)
spoor (n) (n) (spoorwegen) Bahn (f) (n) (spoorwegen)
spoor (n) (n) (paardrijden) Spornrädchen (n) (n) (paardrijden)
spoor (n) (n) (bandrecorder) Spur (f) (n) (bandrecorder)
spoor (n) (n) (teken) Spur (f) (n) (teken)
spoor (n) (n) (dieren) Spur (f) (n) (dieren)
spoor (n) (n) Spur (f) (n)
spoor (n) (n) (spoorwegen) Geleise (n) (n) (spoorwegen)
spoor (n) (n) (band) Radspur (f) (n) (band)
Spoor Voorbeelden1 Bijvoorbeeld gevonden
op het rechte spoor zetten zur Einsicht bringen
Vertalen Spoor in andere talen
Vertalen spoor in Engels
Vertalen spoor in Frans
Vertalen spoor in Italiaans
Vertalen spoor in Spaans
Vertalen spoor in Portugees
Vertalen spoor in Sloveens
Vertalen spoor in Pools
Vertalen spoor in Tsjechisch