Dat — Nederlandse Duits vertaling18 vertalingen gevonden

dat das.
dat (a) (aanwijzend bijvoeglijk nw. - enk.) die (a) (aanwijzend bijvoeglijk nw. - enk.)
dat (a) (aanwijzend bijvoeglijk nw. - enk.) das (a) (aanwijzend bijvoeglijk nw. - enk.)
dat (a) (aanwijzend bijvoeglijk nw. - enk.) jenes (a) (aanwijzend bijvoeglijk nw. - enk.)
dat (a) (aanwijzend bijvoeglijk nw. - enk.) jener (a) (aanwijzend bijvoeglijk nw. - enk.)
dat (a) (aanwijzend bijvoeglijk nw. - enk.) der (a) (aanwijzend bijvoeglijk nw. - enk.)
dat (a) (aanwijzend bijvoeglijk nw. - enk.) jene (a) (aanwijzend bijvoeglijk nw. - enk.)
dat (o) (bettr. vnw. - onderwerp - enk.) der (o) (bettr. vnw. - onderwerp - enk.)
dat (o) (bettr. vnw. - voorwerp. - enk.) die (o) (bettr. vnw. - voorwerp. - enk.)
dat (o) (bettr. vnw. - voorwerp. - enk.) den (o) (bettr. vnw. - voorwerp. - enk.)
dat (o) (aanwijzend) das (o) (aanwijzend)
dat (o) (bettr. vnw. - onderwerp - enk.) die (o) (bettr. vnw. - onderwerp - enk.)
dat (o) (aanwijzend voornaamwoord) das (o) (aanwijzend voornaamwoord)
dat (o) (bettr. vnw. - onderwerp - enk.) das (o) (bettr. vnw. - onderwerp - enk.)
dat (o) (voegwoord) dass (o) (voegwoord)
dat (o) (bettr. vnw. - voorwerp. - enk.) das (o) (bettr. vnw. - voorwerp. - enk.)
dat (o) (bettr. vnw. - voorwerp. - enk.) der (o) (bettr. vnw. - voorwerp. - enk.)
dat (o) (bettr. vnw. - voorwerp. - enk.) dem (o) (bettr. vnw. - voorwerp. - enk.)
Dat Voorbeelden4 voorbeelden gevonden
dat moet typisch mij weer overkomen typisch für mich
dat naar het noorden gaat nordwärts gerichtet
geen wonder dat es ist nicht verwunderlich dass
geen wonder dat kein Wunder, dass
Vertalen Dat in andere talen
Vertalen dat in Engels
Vertalen dat in Frans
Vertalen dat in Italiaans
Vertalen dat in Spaans
Vertalen dat in Portugees
Vertalen dat in Sloveens
Vertalen dat in Pools
Vertalen dat in Tsjechisch