waarnemen
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
se
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
waargenomen
nemen waar
neemt waar
namen waar
nam waar
|
sedd
ser
ser
såg
såg
|
waarnemen
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
upptäcka
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
waarnemen
(v)
(gezichtsvermogen)
|
få syn på
(v)
(gezichtsvermogen)
|
waarnemen
(v)
(gezichtsvermogen)
|
urskilja
(v)
(gezichtsvermogen)
|
waargenomen
nemen waar
neemt waar
namen waar
nam waar
|
urskild
skiljer ur
skiljer ur
skilde ur
skilde ur
|
waarnemen
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
varsebli
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
waarnemen
(v)
(gezichtsvermogen)
|
skönja
(v)
(gezichtsvermogen)
|
waarnemen
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
få syn på
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
waarnemen
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
observera
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
waargenomen
nemen waar
neemt waar
namen waar
nam waar
|
observerad
observerar
observerar
observerade
observerade
|
waarnemen
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
uppmärksamma
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
waarnemen
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
skönja
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
waarnemen
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
märka
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
waarnemen
(v)
(gezichtsvermogen)
|
se
(v)
(gezichtsvermogen)
|
waargenomen
nemen waar
neemt waar
namen waar
nam waar
|
sedd
ser
ser
såg
såg
|
waarnemen
(v)
(gezichtsvermogen)
|
upptäcka
(v)
(gezichtsvermogen)
|
waarnemen
(v)
(gezichtsvermogen)
|
varsebli
(v)
(gezichtsvermogen)
|
waarnemen
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
urskilja
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
waargenomen
nemen waar
neemt waar
namen waar
nam waar
|
urskild
skiljer ur
skiljer ur
skilde ur
skilde ur
|
waarnemen
(v)
(gezichtsvermogen)
|
märka
(v)
(gezichtsvermogen)
|