verwoorden
(v)
(formuleren)
|
säga
(v)
(formuleren)
|
verwoorden
(v)
(gevoelens)
|
uttrycka
(v)
(gevoelens)
|
verwoord
verwoorden
verwoordt
verwoordde
verwoordden
|
uttryckt
trycker ut
trycker ut
tryckte ut
tryckte ut
|
verwoorden
(v)
(gevoelens)
|
formulera
(v)
(gevoelens)
|
verwoord
verwoorden
verwoordt
verwoordde
verwoordden
|
formulerad
formulerar
formulerar
formulerade
formulerade
|
verwoorden
(v)
(algemeen)
|
uttrycka i ord
(v)
(algemeen)
|
verwoorden
(v)
(gevoelens)
|
säga
(v)
(gevoelens)
|
verwoorden
(v)
(formuleren)
|
uttrycka
(v)
(formuleren)
|
verwoord
verwoorden
verwoordt
verwoordde
verwoordden
|
uttryckt
trycker ut
trycker ut
tryckte ut
tryckte ut
|
verwoorden
(v)
(algemeen)
|
uttrycka med ord
(v)
(algemeen)
|
verwoorden
(v)
(algemeen)
|
formulera
(v)
(algemeen)
|
verwoord
verwoorden
verwoordt
verwoordde
verwoordden
|
formulerad
formulerar
formulerar
formulerade
formulerade
|
verwoorden
(v)
(gevoelens)
|
uttrycka med ord
(v)
(gevoelens)
|
verwoorden
(v)
(formuleren)
|
uttrycka i ord
(v)
(formuleren)
|
verwoorden
(v)
(formuleren)
|
formulera
(v)
(formuleren)
|
verwoord
verwoorden
verwoordt
verwoordde
verwoordden
|
formulerad
formulerar
formulerar
formulerade
formulerade
|
verwoorden
(v)
(algemeen)
|
verbalisera
(v)
(algemeen)
|
verwoord
verwoorden
verwoordt
verwoordde
verwoordden
|
verbaliserad
verbaliserar
verbaliserar
verbaliserade
verbaliserade
|
verwoorden
(v)
(formuleren)
|
uttrycka med ord
(v)
(formuleren)
|
verwoorden
(v)
(formuleren)
|
verbalisera
(v)
(formuleren)
|
verwoord
verwoorden
verwoordt
verwoordde
verwoordden
|
verbaliserad
verbaliserar
verbaliserar
verbaliserade
verbaliserade
|