uitroeien (n) (v) (dieren) | utrota (v) (dieren) |
uitroeien (n) (v) (misdaad) | utplåna (v) (misdaad) |
uitroeien (n) (v) (misdaad) | förgöra (v) (misdaad) |
uitroeien (n) (v) (dieren) | lyckas bekämpa (v) (dieren) |
uitroeien (n) (v) (misdaad) | utrota (v) (misdaad) |
uitroeien (n) (v) (vernietigen) | utplåna (v) (vernietigen) |
uitroeien (n) (v) (doden) | förgöra (v) (doden) |
uitroeien (n) (v) (misdaad) | lyckas bekämpa (v) (misdaad) |
uitroeien (n) (v) (vernietigen) | förgöra (v) (vernietigen) |
uitroeien (n) (v) (doden) | utrota (v) (doden) |
uitroeien (n) (v) (dieren) | utplåna (v) (dieren) |
uitroeien (n) (v) (vernietigen) | utrota (v) (vernietigen) |
uitroeien (n) (v) (vernietigen) | lyckas bekämpa (v) (vernietigen) |
uitroeien (n) (v) (doden) | lyckas bekämpa (v) (doden) |
uitroeien (n) (v) (dieren) | förgöra (v) (dieren) |
uitroeien (n) (v) (doden) | utplåna (v) (doden) |