toepassen (v) (gebruiken) | tillämpa (v) (gebruiken) |
toepassen (v) (uitoefenen) | begagna (v) (uitoefenen) |
toepassen (v) (gebruiken) | använda (v) (gebruiken) |
toepassen (v) (uitoefenen) | tillämpa (v) (uitoefenen) |
toepassen (v) (uitoefenen) | använda (v) (uitoefenen) |
toepassen (v) (uitoefenen) | utöva (v) (uitoefenen) |
toepassen (v) (gebruiken) | öva (v) (gebruiken) |
toepassen (v) (gebruiken) | bruka (v) (gebruiken) |
toepassen (v) (gebruiken) | utöva (v) (gebruiken) |
toepassen (v) (gebruiken) | begagna (v) (gebruiken) |
toepassen (v) (uitoefenen) | öva (v) (uitoefenen) |
toepassen (v) (uitoefenen) | bruka (v) (uitoefenen) |
verkeerd toepassen | missbruka |
verkeerd toepassen | använda felaktigt |