samen (o) (tijd) | samtidig (o) (tijd) |
samen (o) (tijd) | simultan (o) (tijd) |
samen (o) (algemeen) | sinsemellan (o) (algemeen) |
samen (o) (groep) | med varandra (o) (groep) |
samen (o) (groep) | tillsammans (o) (groep) |
samen (o) (groep) | sinsemellan (o) (groep) |
samen (o) (algemeen) | med varandra (o) (algemeen) |
samen (o) (algemeen) | tillsammans (o) (algemeen) |
samen (o) (tijd) | samtida (o) (tijd) |
samen (o) (tijd) | samtidigt (o) (tijd) |
samen met | i samverkan med |