overweldigen (v) (algemeen) | förstumma (v) (algemeen) |
overweldigen (v) (algemeen) | överväldiga (v) (algemeen) |
overweldigen (v) (vijand) | övermanna (v) (vijand) |
overweldigen (v) (algemeen) | göra mållös (v) (algemeen) |
overweldigen (v) (algemeen) | förbluffa (v) (algemeen) |
overweldigen (v) (gevoelens) | överväldiga (v) (gevoelens) |
overweldigen (v) (gevoelens) | övermanna (v) (gevoelens) |
overweldigen (v) (vijand) | överväldiga (v) (vijand) |