overtuigen
(v)
(verklaring)
|
tjusa
(v)
(verklaring)
|
overtuigd
overtuigen
overtuigt
overtuigden
overtuigde
|
tjusad
tjusar
tjusar
tjusade
tjusade
|
overtuigen
(v)
(overreden)
|
överbevisa
(v)
(overreden)
|
overtuigen
(v)
(persoon)
|
övertyga
(v)
(persoon)
|
overtuigen
(v)
(verklaring)
|
vinna
(v)
(verklaring)
|
overtuigd
overtuigen
overtuigt
overtuigden
overtuigde
|
vunnen
vinner
vinner
vann
vann
|
overtuigen
(v)
(persoon)
|
vinna
(v)
(persoon)
|
overtuigd
overtuigen
overtuigt
overtuigden
overtuigde
|
vunnen
vinner
vinner
vann
vann
|
overtuigen
(v)
(persoon)
|
överbevisa
(v)
(persoon)
|
overtuigen
(v)
(overreden)
|
övertyga
(v)
(overreden)
|
overtuigen
(v)
(overreden)
|
tjusa
(v)
(overreden)
|
overtuigd
overtuigen
overtuigt
overtuigden
overtuigde
|
tjusad
tjusar
tjusar
tjusade
tjusade
|
overtuigen
(v)
(verklaring)
|
överbevisa
(v)
(verklaring)
|
overtuigen
(v)
(persoon)
|
intala
(v)
(persoon)
|
overtuigd
overtuigen
overtuigt
overtuigden
overtuigde
|
intalad
talar in
talar in
talade in
talade in
|
overtuigen
(v)
(verklaring)
|
övertyga
(v)
(verklaring)
|
overtuigen
(v)
(persoon)
|
tjusa
(v)
(persoon)
|
overtuigd
overtuigen
overtuigt
overtuigden
overtuigde
|
tjusad
tjusar
tjusar
tjusade
tjusade
|
overtuigen
(v)
(verklaring)
|
intala
(v)
(verklaring)
|
overtuigd
overtuigen
overtuigt
overtuigden
overtuigde
|
intalad
talar in
talar in
talade in
talade in
|
overtuigen
(v)
(overreden)
|
intala
(v)
(overreden)
|
overtuigd
overtuigen
overtuigt
overtuigden
overtuigde
|
intalad
talar in
talar in
talade in
talade in
|
overtuigen
(v)
(overreden)
|
vinna
(v)
(overreden)
|
overtuigd
overtuigen
overtuigt
overtuigden
overtuigde
|
vunnen
vinner
vinner
vann
vann
|