opwekken
(n)
(n)
(gevoelens)
|
frammanande
(n)
(n)
(gevoelens)
|
opwekken
(n)
(n)
(gevoelens)
|
framkallande
(n)
(n)
(gevoelens)
|
opwekken
(n)
(v)
(geneeskunde - geboorte)
|
framkalla
(v)
(geneeskunde - geboorte)
|
opgewekt
wekken op
wekt op
wekte op
wekten op
|
framkallad
kallar fram
kallar fram
kallade fram
kallade fram
|
opwekken
(n)
(v)
(opvrolijken)
|
animera
(v)
(opvrolijken)
|
opgewekt
wekken op
wekt op
wekte op
wekten op
|
animerad
animerar
animerar
animerade
animerade
|
opwekken
(n)
(v)
(opbeuren)
|
uppliva
(v)
(opbeuren)
|
opgewekt
wekken op
wekt op
wekte op
wekten op
|
upplivad
livar upp
livar upp
livade upp
livade upp
|
opwekken
(n)
(v)
(gevoelens)
|
väcka
(v)
(gevoelens)
|
opwekken
(n)
(v)
(gevoelens)
|
stimulera
(v)
(gevoelens)
|
opgewekt
wekken op
wekt op
wekte op
wekten op
|
stimulerad
stimulerar
stimulerar
stimulerade
stimulerade
|
opwekken
(n)
(v)
(gevoelens)
|
ge liv åt
(v)
(gevoelens)
|
opwekken
(n)
(v)
(gevoelens)
|
liva upp
(v)
(gevoelens)
|
opwekken
(n)
(v)
(gevoelens)
|
upphetsa
(v)
(gevoelens)
|
opgewekt
wekken op
wekt op
wekte op
wekten op
|
upphetsad
hetsar upp
hetsar upp
hetsade upp
hetsade upp
|
opwekken
(n)
(v)
(geneeskunde - geboorte)
|
inducera
(v)
(geneeskunde - geboorte)
|
opgewekt
wekken op
wekt op
wekte op
wekten op
|
inducerad
inducerar
inducerar
inducerade
inducerade
|
opwekken
(n)
(v)
(opbeuren)
|
pigga upp
(v)
(opbeuren)
|
opwekken
(n)
(v)
(opvrolijken)
|
ge liv åt
(v)
(opvrolijken)
|
opwekken
(n)
(v)
(opvrolijken)
|
liva upp
(v)
(opvrolijken)
|
opwekken
(n)
(v)
(gevoelens)
|
egga
(v)
(gevoelens)
|
opgewekt
wekken op
wekt op
wekte op
wekten op
|
eggad
eggar
eggar
eggade
eggade
|
opwekken
(n)
(v)
(gevoelens)
|
animera
(v)
(gevoelens)
|
opgewekt
wekken op
wekt op
wekte op
wekten op
|
animerad
animerar
animerar
animerade
animerade
|
opwekken
(n)
(v)
(gevoelens)
|
hetsa upp
(v)
(gevoelens)
|