ontmoedigen (v) (demoraliseren) | nedslå (v) (demoraliseren) |
ontmoedigen (v) (algemeen) | skrämma (v) (algemeen) |
ontmoedigen (v) (demoraliseren) | demoralisera (v) (demoraliseren) |
ontmoedigen (v) (demoraliseren) | göra modlös (v) (demoraliseren) |
ontmoedigen (v) (demoraliseren) | fördärva (v) (demoraliseren) |