mijn (m) (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.) | mina (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.) |
mijn (m) (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.) | min (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.) |
mijn (m) (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv.) | mina (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv.) |
mijn (m) (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv.) | mitt (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv.) |
mijn (m) (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.) | mitt (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.) |
mijn (m) (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv.) | min (a) (bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv.) |
mijn verontschuldigingen | ursäkta mig |
voor mijn part | för min del |
voor mijn part | personligen |