meetellen (v) (belangrijkheid) | räkna (v) (belangrijkheid) |
meetellen (v) (berekening) | inberäkna (v) (berekening) |
meetellen (v) (berekening) | räkna med (v) (berekening) |
meetellen (v) (belangrijkheid) | räknas (v) (belangrijkheid) |
meetellen (v) (belangrijkheid) | ha betydelse (v) (belangrijkheid) |