gemeenschappelijk (a) (inspanning) | samfälld (a) (inspanning) |
gemeenschappelijk (a) (inspanning) | samlad (a) (inspanning) |
gemeenschappelijk (a) (verantwoordelijkheid) | förenad (a) (verantwoordelijkheid) |
gemeenschappelijk (a) (algemeen) | kollektiv (a) (algemeen) |
gemeenschappelijk (a) (algemeen) | samfälld (a) (algemeen) |
gemeenschappelijk (a) (algemeen) | gemensam (a) (algemeen) |
gemeenschappelijk (a) (inspanning) | förenad (a) (inspanning) |
gemeenschappelijk (a) (inspanning) | gemensam (a) (inspanning) |
gemeenschappelijk (a) (verantwoordelijkheid) | samfälld (a) (verantwoordelijkheid) |
gemeenschappelijk (a) (verantwoordelijkheid) | kollektiv (a) (verantwoordelijkheid) |
gemeenschappelijk (a) (algemeen) | förenad (a) (algemeen) |
gemeenschappelijk (a) (verantwoordelijkheid) | gemensam (a) (verantwoordelijkheid) |
gemeenschappelijk (a) (inspanning) | kollektiv (a) (inspanning) |
gemeenschappelijk (a) (algemeen) | samlad (a) (algemeen) |