gelegen (a) (tijd) | belägen (a) (tijd) |
gelegen (a) (algemeen) | läglig (a) (algemeen) |
gelegen (a) (tijd) | i god tid (a) (tijd) |
gelegen (a) (tijd) | tidigt (a) (tijd) |
gelegen (a) (algemeen) | belägen (a) (algemeen) |
gelegen (a) (eigendom) | lämplig (a) (eigendom) |
gelegen (a) (eigendom) | opportun (a) (eigendom) |
gelegen (a) (eigendom) | läglig (a) (eigendom) |
gelegen (a) (eigendom) | belägen (a) (eigendom) |
gelegen (a) (tijd) | lämplig (a) (tijd) |
gelegen (a) (algemeen) | opportun (a) (algemeen) |
gelegen (a) (tijd) | läglig (a) (tijd) |
gelegen (a) (tijd) | opportun (a) (tijd) |
gelegen (a) (algemeen) | lämplig (a) (algemeen) |
gelegen komen | gå bra |
gelegen komen | passa |
gelegen komend | välkommen |
gunstig gelegen | välbelägen |
op gelijke afstand gelegen | på lika avstånd |