Bekwaam — Nederlandse Sloveens vertaling21 vertaling

bekwaam (a) (beroep) kapabel (a) (beroep)
bekwaam (a) (persoon) duktig (a) (persoon)
bekwaam (a) (mogelijkheid) i stånd (a) (mogelijkheid)
bekwaam (a) (beroep) effektiv (a) (beroep)
bekwaam (a) (mogelijkheid) skicklig (a) (mogelijkheid)
bekwaam (a) (mogelijkheid) kapabel (a) (mogelijkheid)
bekwaam (a) (beroep) duktig (a) (beroep)
bekwaam (a) (beroep) i stånd (a) (beroep)
bekwaam (a) (persoon) effektiv (a) (persoon)
bekwaam (a) (mogelijkheid) duktig (a) (mogelijkheid)
bekwaam (a) (beroep) skicklig (a) (beroep)
bekwaam (a) (beroep) duglig (a) (beroep)
bekwaam (a) (beroep) kompetent (a) (beroep)
bekwaam (a) (mogelijkheid) kompetent (a) (mogelijkheid)
bekwaam (a) (persoon) skicklig (a) (persoon)
bekwaam (a) (persoon) duglig (a) (persoon)
bekwaam (a) (mogelijkheid) duglig (a) (mogelijkheid)
bekwaam (a) (persoon) kompetent (a) (persoon)
bekwaam (o) (bekwaamheid) dugligt (o) (bekwaamheid)
bekwaam (o) (bekwaamheid) skickligt (o) (bekwaamheid)
bekwaam (o) (bekwaamheid) kompetent (o) (bekwaamheid)
Vertalen Bekwaam in andere talen
Vertalen bekwaam in Engels
Vertalen bekwaam in Duits
Vertalen bekwaam in Frans
Vertalen bekwaam in Italiaans
Vertalen bekwaam in Spaans
Vertalen bekwaam in Portugees
Vertalen bekwaam in Pools
Vertalen bekwaam in Tsjechisch