aanspreken (v) (vragen) | tala med (v) (vragen) |
aanspreken (v) (vragen) | göra vissa trevare hos (v) (vragen) |
aanspreken (v) (algemeen) | tala med (v) (algemeen) |
aanspreken (v) (algemeen) | göra vissa trevare hos (v) (algemeen) |
aanspreken (v) (vragen) | falla i smaken (v) (vragen) |
aanspreken (v) (vragen) | tilltala (v) (vragen) |
aanspreken (v) (algemeen) | falla i smaken (v) (algemeen) |
aanspreken (v) (algemeen) | tilltala (v) (algemeen) |
aanspreken (v) (algemeen) | fallen (v) (algemeen) |