Zwakheid — Nederlandse Portugees vertaling40 vertalingen gevonden

zwakheid (f) (n) (zwakte) desvio (m) (n) (zwakte)
zwakheid (f) (n) (gezondheid) debilidade (f) (n) (gezondheid)
zwakheid (f) (n) (gezondheid) calcanhar-de-aquiles (m) (n) (gezondheid)
zwakheid (f) (n) (zwakte) debilidade (f) (n) (zwakte)
zwakheid (f) (n) (gezondheid) ponto fraco (m) (n) (gezondheid)
zwakheid (f) (n) (gedrag) enfermidade (f) (n) (gedrag)
zwakheid (f) (n) (zwakte) moleza (n) (zwakte)
zwakheid (f) (n) (gedrag) calcanhar-de-aquiles (m) (n) (gedrag)
zwakheid (f) (n) (gezondheid) fragilidade (f) (n) (gezondheid)
zwakheid (f) (n) (gedrag) falha (f) (n) (gedrag)
zwakheid (f) (n) (karakter) moleza (n) (karakter)
zwakheid (f) (n) (karakter) ponto fraco (m) (n) (karakter)
zwakheid (f) (n) (gedrag) desvio (m) (n) (gedrag)
zwakheid (f) (n) (karakter) desvio (m) (n) (karakter)
zwakheid (f) (n) (gezondheid) defeito (m) (n) (gezondheid)
zwakheid (f) (n) (karakter) fraqueza (f) (n) (karakter)
zwakheid (f) (n) (zwakte) defeito (m) (n) (zwakte)
zwakheid (f) (n) (gezondheid) enfermidade (f) (n) (gezondheid)
zwakheid (f) (n) (gezondheid) desvio (m) (n) (gezondheid)
zwakheid (f) (n) (karakter) fragilidade (f) (n) (karakter)
zwakheid (f) (n) (gezondheid) falha (f) (n) (gezondheid)
zwakheid (f) (n) (zwakte) fraqueza (f) (n) (zwakte)
zwakheid (f) (n) (zwakte) ponto fraco (m) (n) (zwakte)
zwakheid (f) (n) (zwakte) fragilidade (f) (n) (zwakte)
zwakheid (f) (n) (gedrag) moleza (n) (gedrag)
zwakheid (f) (n) (karakter) defeito (m) (n) (karakter)
zwakheid (f) (n) (gedrag) fraqueza (f) (n) (gedrag)
zwakheid (f) (n) (gedrag) defeito (m) (n) (gedrag)
zwakheid (f) (n) (karakter) enfermidade (f) (n) (karakter)
zwakheid (f) (n) (karakter) debilidade (f) (n) (karakter)
zwakheid (f) (n) (gedrag) debilidade (f) (n) (gedrag)
zwakheid (f) (n) (karakter) calcanhar-de-aquiles (m) (n) (karakter)
zwakheid (f) (n) (gezondheid) fraqueza (f) (n) (gezondheid)
zwakheid (f) (n) (gedrag) ponto fraco (m) (n) (gedrag)
zwakheid (f) (n) (karakter) falha (f) (n) (karakter)
zwakheid (f) (n) (gezondheid) moleza (n) (gezondheid)
zwakheid (f) (n) (zwakte) calcanhar-de-aquiles (m) (n) (zwakte)
zwakheid (f) (n) (gedrag) fragilidade (f) (n) (gedrag)
zwakheid (f) (n) (zwakte) falha (f) (n) (zwakte)
zwakheid (f) (n) (zwakte) enfermidade (f) (n) (zwakte)
Vertalen Zwakheid in andere talen
Vertalen zwakheid in Engels
Vertalen zwakheid in Duits
Vertalen zwakheid in Frans
Vertalen zwakheid in Italiaans
Vertalen zwakheid in Spaans
Vertalen zwakheid in Sloveens
Vertalen zwakheid in Pools
Vertalen zwakheid in Tsjechisch