voorafgaand (a) (algemeen) | então (a) (algemeen) |
voorafgaand (a) (algemeen) | preliminar (a) (algemeen) |
voorafgaand (a) (tijd) | mais cedo (a) (tijd) |
voorafgaand (a) (algemeen) | anterior (a) (algemeen) |
voorafgaand (a) (algemeen) | precursor (m) (a) (algemeen) |
voorafgaand (a) (algemeen) | naquela época (a) (algemeen) |
voorafgaand (a) (algemeen) | referido (a) (algemeen) |
voorafgaand (a) (algemeen) | naquele tempo (a) (algemeen) |
voorafgaand (a) (algemeen) | introdutório (a) (algemeen) |
voorafgaand (a) (tijd) | prévio (a) (tijd) |
voorafgaand (a) (algemeen) | passado (m) (a) (algemeen) |
voorafgaand (a) (tijd) | antecedente (m) (a) (tijd) |
voorafgaand (a) (algemeen) | antes (a) (algemeen) |
voorafgaand (a) (algemeen) | mais cedo (a) (algemeen) |
voorafgaand (a) (tijd) | naqueles dias (a) (tijd) |
voorafgaand (a) (tijd) | ido (a) (tijd) |
voorafgaand (a) (tijd) | antes (a) (tijd) |
voorafgaand (a) (algemeen) | prévio (a) (algemeen) |
voorafgaand (a) (tijd) | anterior (a) (tijd) |
voorafgaand (a) (algemeen) | precedente (m) (a) (algemeen) |
voorafgaand (a) (algemeen) | supracitado (a) (algemeen) |
voorafgaand (a) (tijd) | então (a) (tijd) |
voorafgaand (a) (tijd) | naquela época (a) (tijd) |
voorafgaand (a) (tijd) | precedente (m) (a) (tijd) |
voorafgaand (a) (tijd) | naquele tempo (a) (tijd) |
voorafgaand (a) (tijd) | preliminar (a) (tijd) |
voorafgaand (a) (tijd) | passado (m) (a) (tijd) |
voorafgaand (a) (algemeen) | naqueles dias (a) (algemeen) |
voorafgaand (a) (algemeen) | ido (a) (algemeen) |
direct voorafgaand | imediatamente anterior |
direct voorafgaand | imediatamente precedente |
voorafgaand feit | evento precedente |
voorafgaand feit | antecedente |