vooraf
(o)
(tijd)
|
adiantadamente
(o)
(tijd)
|
|
vooraf
(o)
(tijd)
|
prévio
(o)
(tijd)
|
|
vooraf
(o)
(tijd)
|
naqueles dias
(o)
(tijd)
|
|
vooraf
(o)
(tijd)
|
antes
(o)
(tijd)
|
|
vooraf
(o)
(tijd)
|
naquele tempo
(o)
(tijd)
|
|
vooraf
(o)
(tijd)
|
ido
(o)
(tijd)
|
|
vooraf
(o)
(tijd)
|
de antemão
(o)
(tijd)
|
|
vooraf
(o)
(Geld)
|
em espécie
(o)
(Geld)
|
|
vooraf
(o)
(tijd)
|
naquela época
(o)
(tijd)
|
|
vooraf
(o)
(tijd)
|
então
(o)
(tijd)
|
|
vooraf
(o)
(tijd)
|
anterior
(o)
(tijd)
|
|
vooraf
(o)
(tijd)
|
mais cedo
(o)
(tijd)
|
|
vooraf
(o)
(tijd)
|
fazer primeiro
(o)
(tijd)
|
|
vooraf
(o)
(tijd)
|
passado
(m)
(o)
(tijd)
|
|
vooraf
(o)
(tijd)
|
antecipadamente
(o)
(tijd)
|
|
vooraf
(o)
(tijd)
|
agir antes
(o)
(tijd)
|
|
vooraf
(o)
(tijd)
|
precedente
(m)
(o)
(tijd)
|
|
vooraf
(o)
(Geld)
|
vivo
(o)
(Geld)
|
|
vooraf
(o)
(Geld)
|
entrada
(f)
(o)
(Geld)
|
Vooraf Voorbeelden20 voorbeelden gevonden
Vertalen Vooraf in andere talen
