vervaardigen
(v)
(bedrijf)
|
manufaturar
(v)
(bedrijf)
|
vervaardigd
vervaardigt
vervaardigen
vervaardigde
vervaardigden
|
manufaturado
manufaturam
manufaturas
manufaturavam
manufaturavas
|
vervaardigen
(v)
(bouwen)
|
produzir
(v)
(bouwen)
|
vervaardigd
vervaardigt
vervaardigen
vervaardigde
vervaardigden
|
produzido
produzem
produzes
produziam
produzias
|
vervaardigen
(v)
(bedrijf)
|
fazer
(v)
(bedrijf)
|
vervaardigd
vervaardigt
vervaardigen
vervaardigde
vervaardigden
|
feito
fazem
fazes
faziam
fazias
|
vervaardigen
(v)
(bedrijf)
|
produzir
(v)
(bedrijf)
|
vervaardigd
vervaardigt
vervaardigen
vervaardigde
vervaardigden
|
produzido
produzem
produzes
produziam
produzias
|
vervaardigen
(v)
(bouwen)
|
fabricar
(v)
(bouwen)
|
vervaardigd
vervaardigt
vervaardigen
vervaardigde
vervaardigden
|
fabricado
fabricam
fabricas
fabricavam
fabricavas
|
vervaardigen
(v)
(bouwen)
|
fazer
(v)
(bouwen)
|
vervaardigd
vervaardigt
vervaardigen
vervaardigde
vervaardigden
|
feito
fazem
fazes
faziam
fazias
|
vervaardigen
(v)
(bouwen)
|
manufaturar
(v)
(bouwen)
|
vervaardigd
vervaardigt
vervaardigen
vervaardigde
vervaardigden
|
manufaturado
manufaturam
manufaturas
manufaturavam
manufaturavas
|
vervaardigen
(v)
(bedrijf)
|
fabricar
(v)
(bedrijf)
|
vervaardigd
vervaardigt
vervaardigen
vervaardigde
vervaardigden
|
fabricado
fabricam
fabricas
fabricavam
fabricavas
|