verpakken (n) (n) (voorwerpen) | embalagem (f) (n) (voorwerpen) |
verpakken (n) (n) (voorwerpen) | empacotamento (m) (n) (voorwerpen) |
verpakken (n) (v) (pak) | embrulhar (v) (pak) |
verpakken (n) (v) (Geschenk) | empacotar (v) (Geschenk) |
verpakken (n) (v) (Geschenk) | embrulhar (v) (Geschenk) |
in balen verpakken | empacotamento |
in balen verpakken | embalagem |
van tevoren verpakken | embalar previamente |