streven
(n)
(n)
(ambitie)
|
aspiração
(f)
(n)
(ambitie)
|
streven
(n)
(n)
(ambitie)
|
ambição
(f)
(n)
(ambitie)
|
streven
(n)
(v)
(doelstelling)
|
aspirar
(v)
(doelstelling)
|
gestreefd
streven
streeft
streefden
streefde
|
aspirado
aspiram
aspiras
aspiravam
aspiravas
|
streven
(n)
(v)
(doelstelling)
|
ambicionar
(v)
(doelstelling)
|
gestreefd
streven
streeft
streefden
streefde
|
ambicionado
ambicionam
ambicionas
ambicionavam
ambicionavas
|
streven
(n)
(v)
(doelstelling)
|
visar
(v)
(doelstelling)
|
gestreefd
streven
streeft
streefden
streefde
|
visado
visam
visas
visavam
visavas
|
streven
(n)
(v)
(doelstelling)
|
esforçar-se
(v)
(doelstelling)
|
streven
(n)
(v)
(doelstelling)
|
esforçar-se por
(v)
(doelstelling)
|
streven
(n)
(v)
(doelstelling)
|
objetivar
(v)
(doelstelling)
|
gestreefd
streven
streeft
streefden
streefde
|
objetivado
objetivam
objetivas
objetivavam
objetivavas
|
streven
(n)
(v)
(doelstelling)
|
lutar
(v)
(doelstelling)
|
gestreefd
streven
streeft
streefden
streefde
|
lutado
lutam
lutas
lutavam
lutavas
|