spoedig (a) (tijd) | breve (f) (a) (tijd) |
spoedig (a) (tijd) | expedito (a) (tijd) |
spoedig (a) (tijd) | pronto (a) (tijd) |
spoedig (a) (tijd) | rápido (a) (tijd) |
spoedig (a) (tijd) | rapidamente (a) (tijd) |
spoedig (o) (tijd) | rápido (o) (tijd) |
spoedig (o) (tijd) | num futuro próximo (o) (tijd) |
spoedig (o) (tijd) | breve (f) (o) (tijd) |
spoedig (o) (tijd) | brevemente (o) (tijd) |
spoedig (o) (tijd) | logo (o) (tijd) |
spoedig (o) (tijd) | imediatamente (o) (tijd) |
spoedig (o) (tijd) | pronto (o) (tijd) |
spoedig (o) (tijd) | num futuro não muito distante (o) (tijd) |
spoedig (o) (tijd) | expedito (o) (tijd) |
spoedig (o) (tijd) | instantaneamente (o) (tijd) |
spoedig (o) (tijd) | mais que depressa (o) (tijd) |
spoedig (o) (tijd) | de imediato (o) (tijd) |
spoedig (o) (tijd) | rapidamente (o) (tijd) |
spoedig (o) (tijd) | prontamente (o) (tijd) |
spoedig (o) (tijd) | em breve (o) (tijd) |
zo spoedig mogelijk | tão logo quanto possível |
zo spoedig mogelijk | o mais depressa possível |