signaleren
(v)
(waarschuwing)
|
acenar
(v)
(waarschuwing)
|
gesignaleerd
signaleren
signaleert
signaleerden
signaleerde
|
acenado
acenam
acenas
acenavam
acenavas
|
signaleren
(v)
(aanwijzing)
|
demonstrar
(v)
(aanwijzing)
|
gesignaleerd
signaleren
signaleert
signaleerden
signaleerde
|
demonstrado
demonstram
demonstras
demonstravam
demonstravas
|
signaleren
(v)
(waarschuwing)
|
fazer um sinal
(v)
(waarschuwing)
|
signaleren
(v)
(waarschuwing)
|
dar sinal
(v)
(waarschuwing)
|
signaleren
(v)
(teken)
|
fazer um sinal
(v)
(teken)
|
signaleren
(v)
(aanwijzing)
|
expressar
(v)
(aanwijzing)
|
gesignaleerd
signaleren
signaleert
signaleerden
signaleerde
|
expressado
expressam
expressas
expressavam
expressavas
|
signaleren
(v)
(teken)
|
avisar
(v)
(teken)
|
gesignaleerd
signaleren
signaleert
signaleerden
signaleerde
|
avisado
avisam
avisas
avisavam
avisavas
|
signaleren
(v)
(teken)
|
sinalizar
(v)
(teken)
|
gesignaleerd
signaleren
signaleert
signaleerden
signaleerde
|
sinalizado
sinalizam
sinalizas
sinalizavam
sinalizavas
|
signaleren
(v)
(teken)
|
dar sinal
(v)
(teken)
|
signaleren
(v)
(waarschuwing)
|
avisar
(v)
(waarschuwing)
|
gesignaleerd
signaleren
signaleert
signaleerden
signaleerde
|
avisado
avisam
avisas
avisavam
avisavas
|
signaleren
(v)
(waarschuwing)
|
sinalizar
(v)
(waarschuwing)
|
gesignaleerd
signaleren
signaleert
signaleerden
signaleerde
|
sinalizado
sinalizam
sinalizas
sinalizavam
sinalizavas
|
signaleren
(v)
(teken)
|
acenar
(v)
(teken)
|
gesignaleerd
signaleren
signaleert
signaleerden
signaleerde
|
acenado
acenam
acenas
acenavam
acenavas
|
signaleren
(v)
(aanwijzing)
|
indicar
(v)
(aanwijzing)
|
gesignaleerd
signaleren
signaleert
signaleerden
signaleerde
|
indicado
indicam
indicas
indicavam
indicavas
|