opsluiten
(v)
(insluiten)
|
trancar
(v)
(insluiten)
|
opsluiten
(v)
(insluiten)
|
aprisionar
(v)
(insluiten)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
aprisionado
aprisionam
aprisionas
aprisionavam
aprisionavas
|
opsluiten
(v)
(misdadiger)
|
aprisionar
(v)
(misdadiger)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
aprisionado
aprisionam
aprisionas
aprisionavam
aprisionavas
|
opsluiten
(v)
(gevangene)
|
trancar
(v)
(gevangene)
|
opsluiten
(v)
(insluiten)
|
encerrar
(v)
(insluiten)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
encerrado
encerram
encerras
encerravam
encerravas
|
opsluiten
(v)
(insluiten)
|
confinar
(v)
(insluiten)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
confinado
confinam
confinas
confinavam
confinavas
|
opsluiten
(v)
(algemeen)
|
confinar
(v)
(algemeen)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
confinado
confinam
confinas
confinavam
confinavas
|
opsluiten
(v)
(gevangene)
|
prender
(v)
(gevangene)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
prendido
prendem
prendes
prendiam
prendias
|
opsluiten
(v)
(algemeen)
|
prender
(v)
(algemeen)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
prendido
prendem
prendes
prendiam
prendias
|
opsluiten
(v)
(insluiten)
|
encarcerar
(v)
(insluiten)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
encarcerado
encarceram
encarceras
encarceravam
encarceravas
|
opsluiten
(v)
(misdadiger)
|
encerrar
(v)
(misdadiger)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
encerrado
encerram
encerras
encerravam
encerravas
|
opsluiten
(v)
(misdadiger)
|
confinar
(v)
(misdadiger)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
confinado
confinam
confinas
confinavam
confinavas
|
opsluiten
(v)
(misdadiger)
|
encarcerar
(v)
(misdadiger)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
encarcerado
encarceram
encarceras
encarceravam
encarceravas
|
opsluiten
(v)
(insluiten)
|
prender
(v)
(insluiten)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
prendido
prendem
prendes
prendiam
prendias
|
opsluiten
(v)
(algemeen)
|
encerrar
(v)
(algemeen)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
encerrado
encerram
encerras
encerravam
encerravas
|
opsluiten
(v)
(gevangene)
|
encarcerar
(v)
(gevangene)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
encarcerado
encarceram
encarceras
encarceravam
encarceravas
|
opsluiten
(v)
(misdadiger)
|
trancar
(v)
(misdadiger)
|
opsluiten
(v)
(algemeen)
|
encarcerar
(v)
(algemeen)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
encarcerado
encarceram
encarceras
encarceravam
encarceravas
|
opsluiten
(v)
(algemeen)
|
aprisionar
(v)
(algemeen)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
aprisionado
aprisionam
aprisionas
aprisionavam
aprisionavas
|
opsluiten
(v)
(algemeen)
|
trancar
(v)
(algemeen)
|
opsluiten
(v)
(gevangene)
|
encerrar
(v)
(gevangene)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
encerrado
encerram
encerras
encerravam
encerravas
|
opsluiten
(v)
(gevangene)
|
confinar
(v)
(gevangene)
|
opgesloten
sluit op
sluiten op
sloot op
sloten op
|
confinado
confinam
confinas
confinavam
confinavas
|