opeenvolgend (a) (achtereenvolgend) | conseqüente (a) (achtereenvolgend) |
opeenvolgend (a) (achtereenvolgend) | sucessivo (a) (achtereenvolgend) |
opeenvolgend (a) (achtereenvolgend) | seqüencial (a) (achtereenvolgend) |
opeenvolgend (a) (achtereenvolgend) | consecutivo (a) (achtereenvolgend) |
opeenvolgend (a) (achtereenvolgend) | conseguinte (a) (achtereenvolgend) |
opeenvolgend (o) (tijd) | consecutivamente (o) (tijd) |
opeenvolgend (o) (tijd) | sucessivamente (o) (tijd) |
opeenvolgend (o) (tijd) | seguidamente (o) (tijd) |
opeenvolgend (o) (getal) | consecutivamente (o) (getal) |
opeenvolgend (o) (getal) | seqüencialmente (o) (getal) |
opeenvolgend (o) (tijd) | consecutivos (o) (tijd) |
opeenvolgend (o) (tijd) | seguidos (o) (tijd) |