ontegensprekelijk
(a)
(waarheid)
|
indiscutível
(a)
(waarheid)
|
|
ontegensprekelijk
(a)
(waarheid)
|
indisputável
(a)
(waarheid)
|
|
ontegensprekelijk
(a)
(waarheid)
|
inquestionável
(a)
(waarheid)
|
|
ontegensprekelijk
(a)
(waarheid)
|
indubitável
(a)
(waarheid)
|
|
ontegensprekelijk
(a)
(waarheid)
|
incontestável
(a)
(waarheid)
|
|
ontegensprekelijk
(o)
(waarheid)
|
irrefutavelmente
(o)
(waarheid)
|
|
ontegensprekelijk
(o)
(waarheid)
|
inegável
(o)
(waarheid)
|
|
ontegensprekelijk
(o)
(waarheid)
|
inquestionavelmente
(o)
(waarheid)
|
|
ontegensprekelijk
(o)
(waarheid)
|
irrepreensível
(o)
(waarheid)
|
|
ontegensprekelijk
(o)
(waarheid)
|
irreprochável
(o)
(waarheid)
|
|
ontegensprekelijk
(o)
(waarheid)
|
incontestável
(o)
(waarheid)
|
|
ontegensprekelijk
(o)
(waarheid)
|
inegavelmente
(o)
(waarheid)
|
|
ontegensprekelijk
(o)
(waarheid)
|
incontestavelmente
(o)
(waarheid)
|
Vertalen Ontegensprekelijk in andere talen
