kopiëren (n) (n) (in duplo maken) | cópia (f) (n) (in duplo maken) |
kopiëren (n) (n) (in duplo maken) | reprodução (f) (n) (in duplo maken) |
kopiëren (n) (n) (in duplo maken) | duplicação (f) (n) (in duplo maken) |
kopiëren (n) (v) (een kopie maken) | copiar (v) (een kopie maken) |
kopiëren (n) (v) (fotokopieerapparaat) | reproduzir (v) (fotokopieerapparaat) |
kopiëren (n) (v) (algemeen) | duplicar (v) (algemeen) |
kopiëren (n) (v) (algemeen) | copiar (v) (algemeen) |
kopiëren (n) (v) (algemeen) | fotocopiar (v) (algemeen) |
kopiëren (n) (v) (een kopie maken) | reproduzir (v) (een kopie maken) |
kopiëren (n) (v) (fotokopieerapparaat) | copiar (v) (fotokopieerapparaat) |
kopiëren (n) (v) (fotokopieerapparaat) | duplicar (v) (fotokopieerapparaat) |
kopiëren (n) (v) (fotokopieerapparaat) | fotocopiar (v) (fotokopieerapparaat) |
kopiëren (n) (v) (algemeen) | reproduzir (v) (algemeen) |
kopiëren (n) (v) (een kopie maken) | fotocopiar (v) (een kopie maken) |
kopiëren (n) (v) (een kopie maken) | duplicar (v) (een kopie maken) |