glansrijk (a) (algemeen) | reluzente (a) (algemeen) |
glansrijk (a) (algemeen) | resplandecente (a) (algemeen) |
glansrijk (a) (algemeen) | glorioso (a) (algemeen) |
glansrijk (a) (algemeen) | lustroso (a) (algemeen) |
glansrijk (a) (algemeen) | brilhante (a) (algemeen) |
glansrijk (o) (graad) | de maneira grandiosa (o) (graad) |
glansrijk (o) (graad) | ótimo (m) (o) (graad) |
glansrijk (o) (examen) | com brilhantismo (o) (examen) |
glansrijk (o) (examen) | de forma espetacular (o) (examen) |
glansrijk (o) (graad) | magnificamente (o) (graad) |
glansrijk (o) (examen) | de maneira grandiosa (o) (examen) |
glansrijk (o) (graad) | excelente (o) (graad) |
glansrijk (o) (examen) | magnificamente (o) (examen) |
glansrijk (o) (graad) | de forma espetacular (o) (graad) |
glansrijk (o) (graad) | com brilhantismo (o) (graad) |
glansrijk (o) (graad) | brilhantemente (o) (graad) |
glansrijk (o) (graad) | esplendidamente (o) (graad) |
glansrijk (o) (examen) | brilhantemente (o) (examen) |
glansrijk (o) (examen) | esplendidamente (o) (examen) |