denken
(n)
(n)
(algemeen)
|
meditação
(f)
(n)
(algemeen)
|
denken
(n)
(n)
(geestesactiviteit)
|
cogitação
(f)
(n)
(geestesactiviteit)
|
denken
(n)
(n)
(algemeen)
|
cogitação
(f)
(n)
(algemeen)
|
denken
(n)
(n)
(beschouwing)
|
cuidado
(m)
(n)
(beschouwing)
|
denken
(n)
(n)
(geestesactiviteit)
|
meditação
(f)
(n)
(geestesactiviteit)
|
denken
(n)
(n)
(algemeen)
|
contemplação
(f)
(n)
(algemeen)
|
denken
(n)
(n)
(geestesactiviteit)
|
reflexão
(f)
(n)
(geestesactiviteit)
|
denken
(n)
(n)
(algemeen)
|
reflexão
(f)
(n)
(algemeen)
|
denken
(n)
(n)
(algemeen)
|
pensamento
(m)
(n)
(algemeen)
|
denken
(n)
(n)
(beschouwing)
|
atenção
(f)
(n)
(beschouwing)
|
denken
(n)
(n)
(geestesactiviteit)
|
idéia
(f)
(n)
(geestesactiviteit)
|
denken
(n)
(n)
(geestesactiviteit)
|
contemplação
(f)
(n)
(geestesactiviteit)
|
denken
(n)
(n)
(geestesactiviteit)
|
pensamento
(m)
(n)
(geestesactiviteit)
|
denken
(n)
(v)
(gedachte)
|
pensar
(v)
(gedachte)
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
pensado
pensam
pensas
pensavam
pensavas
|
denken
(n)
(v)
(intentie)
|
achar
(v)
(intentie)
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
achado
acham
achas
achavam
achavas
|
denken
(n)
(v)
(denkvermogen)
|
pensar
(v)
(denkvermogen)
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
pensado
pensam
pensas
pensavam
pensavas
|
denken
(n)
(v)
(intentie)
|
imaginar
(v)
(intentie)
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
imaginado
imaginam
imaginas
imaginavam
imaginavas
|
denken
(n)
(v)
(verwachting)
|
achar
(v)
(verwachting)
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
achado
acham
achas
achavam
achavas
|
denken
(n)
(v)
(denkvermogen)
|
imaginar
(v)
(denkvermogen)
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
imaginado
imaginam
imaginas
imaginavam
imaginavas
|
denken
(n)
(v)
(gedachte)
|
estimar
(v)
(gedachte)
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
estimado
estimam
estimas
estimavam
estimavas
|
denken
(n)
(v)
(intentie)
|
pensar
(v)
(intentie)
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
pensado
pensam
pensas
pensavam
pensavas
|
denken
(n)
(v)
(intentie)
|
raciocinar
(v)
(intentie)
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
raciocinado
raciocinam
raciocinas
raciocinavam
raciocinavas
|
denken
(n)
(v)
(denkvermogen)
|
achar
(v)
(denkvermogen)
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
achado
acham
achas
achavam
achavas
|
denken
(n)
(v)
(verwachting)
|
imaginar
(v)
(verwachting)
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
imaginado
imaginam
imaginas
imaginavam
imaginavas
|
denken
(n)
(v)
(verwachting)
|
pensar
(v)
(verwachting)
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
pensado
pensam
pensas
pensavam
pensavas
|
denken
(n)
(v)
(denkvermogen)
|
raciocinar
(v)
(denkvermogen)
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
raciocinado
raciocinam
raciocinas
raciocinavam
raciocinavas
|
denken
(n)
(v)
(gedachte)
|
achar
(v)
(gedachte)
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
achado
acham
achas
achavam
achavas
|
denken
(n)
(v)
(gedachte)
|
supor
(v)
(gedachte)
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
suposto
supõem
supões
supunham
supunhas
|
denken
(n)
(v)
(verwachting)
|
raciocinar
(v)
(verwachting)
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
raciocinado
raciocinam
raciocinas
raciocinavam
raciocinavas
|